Kozakkenput: nieuwe klus

Helaas ging vorig jaar de Landelijke Natuurwerkdag niet door, maar dit jaar hopen we op 6 november toch weer met een leuke groep aan de slag te gaan. Het ecoduct Sterrenberg is door de natuurwerkgroep al aangepakt, dus tijd voor een nieuwe klus. Een afspraak is gemaakt met de boswachter van het Utrechts Landschap, Rob Veenbrink, voor een overleg in het veld.

Een paar jaar geleden is de laatste nog bestaande put van het gebied de Kozakkenput geschoond door het Utrechts Landschap. Nu, na drie droge zomers, heeft het de laatste tijd veel geregend, goed voor de natuur, het is groeizaam weer. Allerlei boompjes en struiken steken weer de kop op, tijd voor nieuwe opschoonactie. Daarnaast mag de rand verder ontdaan worden van ondergroei. Ongeveer vijftien meter van de put vandaan ligt een klein heideveldje midden tussen de bomen. Ook dat mag geschoond worden en met beleid wat uitgebreid.

Waar komt de naam Kozakkenput vandaan? Oorspronkelijk hoorde het bosgebied Kozakkenput bij het landhuis Beek en Royen. Het werd in 1730 aangelegd met lange rechte lanen.

Generaal-majoor Viesse de Marmont was begin 1800 met zijn Frans-Bataafse troepen gelegerd in de stad Utrecht. In 1804 hield hij op de heide rond Zeist met zijn 20.758 man tellende troepen legeroefeningen. Hij liet zijn kampement opslaan op de heide. Om voldoende water te hebben voor zijn mensen en paarden liet hij 30 putten graven van tien meter diep om bij het grondwater te komen. Met het grondwerk hield De Marmont zijn manschappen in goede conditie en bezig. De naam Kozakkenput ontstond echter pas negen jaar later toen na de verdrijving van Napoleon een Kozakkenbataljon van het Russische leger bij deze waterputten bivakkeerde. De put die we gaan schonen is de enige overgebleven put en is duidelijk zichtbaar, ook al staat er geen water meer in.

Een groot deel van Kozakkenput bestaat uit relatief jong grove dennenbos, met verspreid berk en zomereik. De opstanden grove den variëren in leeftijd van 40–75 jaar. Verspreid liggen groepjes uitheems naaldhout met douglasspar, zilverspar, lariks en fijnspar. In het zuiden ligt een stukje ouder loofbos, met beuk uit 1887 en enkele percelen voormalig hakhout. De ondergroei van het bos bestaat uit struikhei, bosbes, pijpenstrootje, Bochtige smele, Liggend walstro, Rankende helmbloem, met lokaal wat Gewone dophei. Langs de paden komen lokaal soorten voor als hengel, Tengere rus, hondsviooltje, Gewone brunel, Geel nagelkruid, bergbasterdwederik, bosandoorn, Rood guichelheil en muursla. In het gebied liggen twee weilanden en een akkertje. Door de relatief jonge leeftijd van het bos is de broedvogelbevolking beperkt tot algemene bosvogels. Dat wordt, met het ouder worden van het bos, hopelijk meer. Ook komt in de Kozakkenput een populatie reeën voor. Verder de bunzing, hazelworm, levendbarende hagedis, de Gewone grootoorvleermuis, Gewone dwergvleermuis en baardvleermuis. Mogelijk ook nog boommarter en zandhagedis. Kortom een bosgebied, dat het waard is om je voor in te zetten.

Aanmelden voor de landelijke natuurwerkdag op zaterdag 6 november 2021 kan via de website (www.natuurwerkdag.nl/), daar staat dan ook verdere informatie over de praktische zaken. Voor vragen en informatie, kan ook contact worden opgenomen met ondergetekende: Simone Laanbroek natuurwerkgroep@ziggo.nl of 06-57075182.

Bronnen: Wikipedia en Utrechts Landschap, foto’s Simone Laanbroek