Tekst en foto’s: Pascal Losekoot
Toen ik in 2019 de Tweepuntige lijnbladroller (Phiaris bipunctana) ontdekte, kwam ik op het idee dat er meer bosbesminnende insecten in Soest zouden voorkomen die nog niet opgemerkt waren. Ik maakte een zoekkaart waar ik alle insecten met ‘bosbes’ in de naam op een rijtje zette, of die al in mijn gemeente gevonden waren en of ze wel op de Veluwe voorkwamen.
Een aantal wantsen vielen me op. De bosbesschildwants heeft echter Rode bosbes (ofwel vossenbes) als waardplant; deze ontbreekt vrijwel geheel in mijn woonplaats. En ook de bosbesprachtblindwants lijkt met zijn bizarre verspreiding (alleen in Den Helder) vrij kansloos. Maar dan de bosbeskielwants (Elasmucha ferrugata)! Volgens Waarneming.nl: ‘Verspreiding – Zeldzaam, bekend van de binnenlandse zandgronden, recent alleen op de Veluwe en een enkele vondst in Drenthe en Overijssel. Herkenning – 7-9,5 mm. Onmiskenbaar door het halsschild, dat aan weerszijde eindigt in een krachtige doorn. Biotoop – Leeft in de ondergroei van bossen, waar de nimfen en adulten zuigen aan bessen van blauwe bosbes
Zoektocht
Zijn fantastische uiterlijk met prachtige puntige schouders lokte een grondige zoektocht uit. In diverse bosbesgebieden ging ik op zoek, eerst halfslachtig en daarna steeds fanatieker speurde ik bosbes af, allereerst op de plek waar ik de zeldzame micro had gevonden. Eerst met weinig succes, tot ik in 2021 in het vochtige eikenstrubbenbos De Stompert ineens een exemplaar vond, zonnend op zijn waardplant, direct naast een smal wandelpad. Hetzelfde jaar vond ik bij de Wiek, eveneens een vochtig bos, nóg een exemplaar. De Stompert bleek een fantastische locatie om bosbesinsecten te zoeken. Een jaar later ontdek ik op drie locaties populaties met nimfjes (tientallen bij elkaar) en volwassenen. Dus besluit ik op een zonnige zondag, 23 april 2023, weer op zoek te gaan. Tot mijn verbazing vind ik nog geen vijf minuten na het verlaten van de parkeerplaats in het topje van een grove den een eerste zonnende Bosbeskielwants! In hetzelfde boompje zit ook een naast familielid, de Veenkielwants (Elasmucha fieberi).
Rustig verder speurend ontdek ik even later een parend stelletje Bosbeskielwantsen. Dat had ik nog niet eerder gezien! Ik film en fotografeer het tafereel uitgebreid, het paartje is onverstoorbaar bezig met hun voortplantingsproces.
Daarna besluit ik nog even goed door te zoeken, nu met mijn vlindernet. Ik tref verspreid over het gebied nóg vier exemplaren aan. Daarmee is de populatie bij de Stompert op de kaart gezet en kan de tekst op waarneming.nl aangepast worden.
Wat nu?
Het lijkt mij interessant om elders op de Utrechtse Heuvelrug – het gebied van Zeist tot Amerongen – te gaan zoeken. Hij moet daar toch ook zitten!? Voor wie dat zelf wil onderzoeken: vochtige loofbossen met veel blauwe bosbes lijken me de juiste plek. Pas wel op voor het gevaarlijkste dier van Nederland: de teek. Deze komt in grote hoeveelheden voor tussen de bosbesstruiken.