De wolf (Canis lupus lupus) is in ons land een interessante nieuwkomer, die via Duitsland ons land is binnengekomen. Velen van ons kijken er naar uit er een op locatie te kunnen zien, maar het is een schuw en slim dier. Je mag blij zijn als er een op een wildcamera is vastgelegd, een poosje achter een fietser loopt, of je op de Hoge Veluwe in de weg zit. De kans er een in het veld te zien te krijgen of te kunnen fotograferen is echter nog steeds erg klein.
De Euraziatisch Grijze wolf werd ooit via menselijke domesticatie de stamvader van al onze hondenrassen inclusief de wilde Australische dingo (op basis van DNA-onderzoek, naar mondelinge mededeling van Antoon van Hooff). Mensen hebben wolven altijd geadoreerd, maar tegelijkertijd tot bijna uitroeiing bejaagd. Het is namelijk een dier dat niet “matcht” met de door mensen gehouden landbouw-huisdieren. Deze wolf geeft intussen in ons land veel dierenleed, niet alleen bij wild, maar ook bij de gehouden landbouw-huisdieren.
Het risico om als mens gebeten te worden door een wolf is klein, maar wolven kunnen besmet zijn met het Lyssa-virus en dat geeft dan problemen. Varianten van dit virus komen bij ons bij vleermuizen voor en het is de verwekker van hondsdolheid (rabiës). Louis Pasteur (1822 – 1895) ontdekte en ontwikkelde een effectief vaccin tegen hondsdolheid.
Elke maand gaan we – als fotomaatjes – op pad. Dit keer wilden we een wolf spotten.
We hebben een excursie vroeg in de morgen kunnen maken naar een terrein waar wolven zich ophouden. Omdat het regende waren de omstandigheden weliswaar onaangenaam, maar optimaal voor het gestelde doel: wolven zien en foto’s maken.
Eigenlijk zou voor een volgende excursie het doel moeten zijn om in het kader van prooi de samenwerking tussen de raaf en de wolf te bekijken en vast te leggen. Aangenomen wordt dat raven vanuit de lucht mogelijke prooidieren spotten en de wolf daarop attenderen. Omgekeerd kan een raaf zich te goed doen aan de restanten van een door de wolf half-opgegeten prooidier.
Het is niet ondenkbaar dat door de groeiende raven-aantallen – waarvan er diversen in het oosten van de Utrechtse Heuvelrug door ons zijn waargenomen – en de uitbreiding van het aantal wolven in ons land, de kansen voor een dergelijke excursie dicht bij huis zelfs gaan toenemen.