In 2022 heb ik Natuurplaats Binnenbos voor de tweede maal geïnventariseerd op broedvogels. Natuurplaats Binnenbos ligt in de gemeente Utrechtse Heuvelrug tussen de Langbroekerdijk, de Zuwe, de Krommerijn en de Broekweg en is ongeveer 80 ha groot. Het bevat het grootste deel van het kasteelbos van Sterkenburg, een populierenbos, weilanden en hooilanden en stukken moerasbos. Het is eigendom van de ForestPeace Foundation en wordt op een natuurlijke manier beheerd. De graslanden rond het populierenbos en het bos zelf worden begraasd door Galloways. Het hooiland rond de moerasbosjes wordt in juni gemaaid. In een van de weilanden wordt een voedselbos aangelegd. In het voorjaar van 2021 is begonnen met het inplanten van zaailingen.
Deze inventarisatie is bedoeld om de huidige vogelbevolking in het gebied en de nieuwe vogelbevolking in het voedselbos te monitoren.
Het gebied is toegankelijk via een wandelroute vanaf de Langbroekerwetering door het kasteelbos en het populierenbos. De route komt uit op de Zuwe.
Ik heb me vooral gericht op de bosgebieden omdat daar de meeste vogels broeden. Zodra het voedselbos wat groter is geworden ga ik dat ook inventariseren, maar nu staan er alleen nog maar wat sprietjes en broeden er nog geen vogels.
Ik heb het gebied verdeeld in drie subgebieden: 1) kasteelbos, 2) populierenbos + weilanden, 3) hooilanden + moerasbosjes.
Ik heb het gebied 6 keer bezocht: op 26 maart, 9 en 24 april, 7 en 29 mei en 18 juni, ’s ochtends vanaf 6.30. De start was vanaf de Zuwe. Door het kasteelbos liep ik een rondje. Door het populierenbos liep ik langs het pad richting het zuidwesten en terug door de graslanden en door de noordrand van het populierenbos weer richting kasteelbos. Daarna door het hooiland evenwijdig aan het populierenbos naar het zuidwesten en terug langs de sloot tussen de twee langgerekte stukken moerasbos.
De eerste keer inventariseerde ik de gebieden 1, 2 en 3; de tweede keer 2, 3 en 1; de derde keer 3, 1 en 2; en daarna overnieuw.
Alle zingende vogels zijn op kaarten ingetekend. Als een vogel op een bepaalde plaats zong en zich daarna verplaatste is dat aangegeven via een stippellijntje. Het is dus duidelijk welke waarnemingen op dezelfde datum van verschillende vogels zijn.
Territoria zijn bepaald door voor elke soort een kaart te maken met waarnemingen van die soort. Een waarneming van een tjiftjaf op de eerste datum wordt een 1 op de kaart voor de tjiftjaf, op de tweede datum een 2 enzovoort.
Daarna zijn voor elke soortkaart de waarnemingen in groepjes verdeeld. Elk groepje bevat een aantal waarnemingen die op ongeveer dezelfde plaats zijn gedaan. Per groepje mag elke datum maar eenmaal voorkomen. Een uitzondering vormt de grote bonte specht waar zowel mannetjes als vrouwtjes roffelen.
Voor het vaststellen van territoria heb ik de richtlijnen van het SOVON gebruikt. Zie www.sovon.nl. Voor de meeste soorten volstaat bij 6 bezoeken een enkele waarneming binnen de datumgrenzen van die soort voor het constateren van een broedgeval.
Hierna worden de vastgestelde soorten broedvogels in 2022 en 2021 genoemd. Het eerste getal is het vastgestelde aantal paren in 2021, het tweede in 2022.
De algemeenste soorten waren tjiftjaf (40,40), zwartkop (30,31), vink (23,14), koolmees (16,13), winterkoning (16,17), fitis (14,7), zanglijster (11,5) en tuinfluiter (11,10).
Vink, fitis en zanglijster waren in 2021 talrijker dan in 2022.
Vrij algemeen waren grasmus (10,12), pimpelmees (10,11), merel (9,8), boomkruiper (8,6), grote bonte specht (6,8), roodborst (6,7), boompieper (5,2), putter (2,5) en spreeuw (4,3).
Het aantal spreeuwen is een zeer onnauwkeurige schatting. Spreeuwen nestelen vlak bij elkaar in boomholtes en de hier gebruikte methode is niet geschikt om een schatting van het aantal broedparen te maken.
Schaarse soorten waren boomklever (3,4), bosrietzanger (3,4), goudvink (3,2), heggenmus (2,4), kleine karekiet (3,3), grauwe vliegenvanger (2,3), rietgors (2,3), kneu (2,2) en koekoek (2,2).
Verder zijn 1 à 2 broedparen vastgesteld voor appelvink (1,2), holenduif (2,1), spotvogel (2,1), havik (1,1), buizerd (1,1), waterral (1,1), houtduif (1,1) en roodborsttapuit (1,1). De nachtegaal is in 2022 driemaal gehoord in gebied 2 en telt nu dus als broedgeval.
In maart toen er nog geen blad aan de bomen zat was een buizerdnest in het populierenbos middenin gebied 3 te zien. Twee buizerds zijn daar ook in 2022 roepend en cirkelend waargenomen.
Nieuwe soorten waren gekraagde roodstaart (0,1), glanskop (0,1), nachtegaal (0,1) en staartmees (0,1). Niet vastgesteld in 2022 zijn knobbelzwaan, sperwer en sprinkhaanzanger.
De waargenomen soorten zijn grotendeels algemene soorten van loofbossen, maar ook algemene soorten van laag struikgewas (fitis), van open gebieden met houtwallen en bosranden (boompieper, roodborsttapuit, grasmus, kneu, gekraagde roodstaart en spotvogel) en riet- en moerasvogels (waterral, kleine karekiet, bosrietzanger en rietgors).
In het gebied zijn zowel in 2021 als in 2022 diverse soorten eenden en ganzen gezien: wilde eend, krakeend, grauwe gans, nijlgans, Canadese gans en in 2021 een paar knobbelzwanen met jongen. Dit paar zal zeker ergens in de buurt gebroed hebben. Van de eenden en ganzen zijn geen nesten of jongen gezien.
Vier soorten zijn eenmaal gezien maar te weinig of buiten de datumgrenzen voor een broedgeval. In april zag ik zowel in 2021 als in 2022 watersnippen (4 en 2). Dit waren ongetwijfeld doortrekkers.
De zwarte specht is maar eenmaal gehoord, op 29 mei 2022. Maar voor een zeker broedgeval zijn twee waarnemingen nodig. De sprinkhaanzanger is eenmaal gehoord op 24 april, maar dit is te vroeg voor de datumgrens.
De groene specht is eenmaal gehoord op 18 juni, maar dit is na de datumgrens.
De vogelpopulatie van natuurplaats Binnenbos is vergelijkbaar met die van andere landgoederen in het Langbroekergebied.
In totaal zijn dus in 2022 39 soorten broedvogels waargenomen en 9 soorten waarvan broeden niet zeker is. Het landgoed is rijk aan soorten en aantallen per soort. Echt zeldzame soorten zijn er niet bij.
Het zal interessant zijn om te zien welke soorten gaan broeden in het voedselbos en of de soortensamenstelling zal gaan veranderen.