Terug naar Kennisbank

Meer natuurkwaliteit in diep water

In een recent nummer van De Levende Natuur* staat een verslag van wetenschappelijk onderzoek naar diepe plassen onder de titel ‘Geheimen van diepe plassen ontsluierd’. Daaruit blijkt dat in dat diepe water – van 6 tot 17 meter – veel meer, ook zeldzame, soorten voorkomen dan tot nu toe gedacht. Meest waarschijnlijke verklaring is de invloed van relatief schoon kwelwater. De onderzoekers pleiten voor onderzoek naar de diepe delen voordat verondieping de ecologische kwaliteit vermindert. 

Het Utrechts Landschap verondiept al enkele jaren de Hooge Kampse Plas. Voor dat water komt dit onderzoek te laat. Maar ik ben benieuwd of het Landschap het beleid voor andere diepe plassen aanpast na dit onderzoek en zo ja wat er gaat veranderen?

Deze vragen heb ik voorgelegd aan Markus Feijen, ecoloog van Het Utrechts Landschap. Zijn reactie: “De oproep om ook te kijken naar de bestaande ecologie op grotere diepte in diepe plassen is terecht. Heel goed dat er aandacht is voor de natuurwaarde van diepe plassen. Dat veenmossen tot een voorlopig maximum van 18,9 meter diepte kunnen voorkomen was voor mij een leuk nieuwtje.

Utrechts Landschap heeft van de meeste diepe plassen die we in eigendom hebben een redelijk beeld van de ecologische waarde. Zo is de plas in de Middelwaard bij Vianen een belangrijk kranswierwater met onder andere het zeldzame sterkranswier. Op meer locaties duiken vrijwilligers om een beeld te krijgen van de onderwatervegetatie (en vissen).

Het is altijd belangrijk voldoende ecologische gegevens te hebben om een gefundeerde keuze tot inrichting te kunnen maken. Een zeer rijke locatie zoals de Middelwaard zal nooit verondiept worden.

Ten aanzien van de Hooge Kampse Plas: deze put is als vuilstort in gebruik geweest en heeft jarenlang de bijnaam ‘het stinkgat’ gehad. Het zuidelijke deel van deze plas wordt expres diep gehouden, zodat de spronglaag in stand gehouden kan worden.”

Hans Kamerbeek

* Bron: De Levende Natuur, jaargang 120, nummer 1, januari 2019, pp’s 22-27, Laura Seelen (NIOO), John Bruinsma (macrofyten-expert), Thea Huijsmans (provincie Noord-Brabant) en Lisette de Senerpont Domis

Kenmerken

Datum 2019 / 12
Publicatie Artikel
Thema Geen