Hoewel het schimmelleven amper stilligt deze winter, die je tot nu toe (= 15 februari) eigenlijk geen winter kunt noemen, valt er van buitenaf weinig te zien van activiteit in het hout of onder de grond. Zeker geen opvallende vruchtlichamen. Wel kreeg ik laatst nog een telefoontje over ijshaar. Het wonderlijke verschijnsel dat bij een temperatuur net onder het vriespunt de stofwisseling van de schimmel in hout actief blijft en bij dat proces waterdamp uitscheidt dat aan de buitenlucht bevriest, de baard van Koning Winter; geen paddenstoel dus.
Opmerkelijk vond ik verder op 15 december vorig jaar de verschijning van het fluweelpootje (Flammulina velutipes) in een zijlaantje van de Bunzinglaan in Zeist. Een prachtig bundeltje van deze soort verrast de liefhebber en dat doet hij vaak laat in het jaar. In de Veldgids Paddenstoelen deel 1 wordt bij verschijning geschreven: ‘Late herfst tot voorjaar’. In zachte winters zoals deze kun je hem dus vinden op stronken of ander hout. Hij voelt wat vettig aan en dat beschermt hem dan ook tegen koude omstandigheden. Vooral de steel is opvallend, geelbruin van boven en naar onderen bijna zwart; soms geheel zwart en fluwelig behaard. Hoewel de hoed eetbaar is zou ik hem mooi laten staan; zo’n fleurige verschijning in de wintermaanden is een lichtpuntje onderweg.