Zoals de lezer intussen wel weet, is de natuurwerkgroep regelmatig bezig met kleinschalig natuuronderhoud in het gebied de Hees en de Zoom. Het gebied is geadopteerd zoals het landelijk bureau van de KNNV dat noemt. In de loop van de tijd zijn de werkzaamheden die we in dit gebied doen steeds diverser geworden. We zijn gestart met het opschonen van twee heideveldjes en het verwijderen van de Amerikaanse vogelkers die rondom de heideveldjes stond. Voor het goed verwijderen van de Amerikaanse vogelkers hebben we zelfs, middels een voucher van de Provincie, een stronkentrekker aangeschaft.
Met name Jan Jonker en Jan Lansbergen komen zeer frequent in het gebied en zagen dat er op meerdere plaatsen Japanse duizendknoop groeide. Zoals bekend is de Japanse duizendknoop een invasieve exoot, bestrijding daarvan kwam daarom op het werklijstje. Verpieterende korstmossen, eikenstrubben en jeneverbessen werden gezien en meer dichtgroeiende heideveldjes. Na overleg en afstemming met de beheerders, mochten we daarmee aan de slag. Gelukkig houden de leden van de natuurwerkgroep naast gezelligheid, ook van aanpakken. Met prachtig resultaat, de werkzaamheden van de natuurwerkgroep, hebben mede geleid tot het korstmosherstelplan.
Het leuke van deze natuuronderhoudswerkzaamheden is dat je het gebied steeds beter leert kennen. Je krijgt meer oog voor de grote variëteit aan planten en dieren en voor de complexiteit van een ecosysteem. Het doet je beseffen dat hoe ouder een ecosysteem is, hoe groter de biodiversiteit wordt. Ook dat het zeer de moeite waard is om de Hees en de Zoom voor de toekomst te behouden. Het geeft wel dilemma’s: wat goed is voor de ene soort is dat niet altijd voor een andere, soms moeten keuzes gemaakt worden. Informatie en advies van deskundigen is dan gewenst. Vooral Hans Kamerbeek en Jan Jonker zijn zeer goed in het opzoeken van informatie en contact leggen met deskundigen. Die contacten hebben in het laatste half jaar geleid tot veldexcursies met drie soortdeskundigen en een digitaal overleg.
Zo hebben we veel geleerd van Kok van Herk, korstmosdeskundige. Hij heeft ons gewezen op verschillende locaties waar de korstmossen groeien en welke soorten er in het gebied nog te vinden zijn. Verder vertelde hij wat de omstandigheden zijn die korstmossen nodig hebben om te kunnen floreren, zowel op zand als op bomen. Dat levert ons veel werk op: de nazorg van het korstmosherstelplan, het vrijzetten van oude eiken en boomlijken. Ook hebben we onze werkwijze wat aangepast.
Omdat we op heitje 1 en 2 wilden gaan experimenteren met kleinschalig plaggen, zijn we op pad geweest met Arnout Imhof, coördinator van de plantenwerkgroep. Hij zag op heitje 1 en 2 niet direct zeldzame soorten, maar dat lag misschien ook aan het tijdstip. December is mogelijk niet de meest ideale maand voor een inventariserend veldbezoek. Het is wel fijn te weten dat je door je activiteiten niet allerlei zeldzame planten in de problemen brengt.
Dat jeneverbessen vrij moeten staan om te overleven, was wel bekend. Wat je het beste kunt doen om ze te vermenigvuldigen was minder duidelijk. Middels een digitaal overleg met Rik Veldhuis, die dit najaar hoopt te promoveren op het onderwerp jeneverbessen, kregen we antwoorden op veel vragen. Een paar jeneverbestakken zijn al afgelegd en verspreid over het gebied zijn bessen gezaaid. Nu maar wachten op het resultaat, het kan jaren duren voor je iets ziet. Verder willen we proberen meer aandacht voor de jeneverbessen in de provincie Utrecht te krijgen. De jeneverbes wordt niet gezien als een icoonsoort voor onze provincie, terwijl er verspreid in het oostelijk deel toch enkele honderden staan.
De laatste veldexcursie was met Jaap van den Berg. In eerste instantie ging zijn interesse uit naar vogels, maar na twintig jaar vogelen zocht hij een nieuwe uitdaging. In de afgelopen paar jaar heeft hij 40, voor de Hees en Zoom, nieuwe, zeldzame soorten paddenstoelen ontdekt, naast diverse zeldzame insecten. We gingen op pad om twee van die paddenstoeltjes te bekijken. Gelukkig had Jaap de locaties min of meer gemarkeerd, anders zou je er zo aan voorbij lopen. Om ze zien moest je wel door de knieën en een vergrootglas was welkom. Op waarneming.nl staan de soorten en locaties vermeld.
Al ben ik geen soortenkenner, ik vind het wel leuk om met een kenner op pad te gaan en erop gewezen te worden. Deze overleggen en veldexcursies helpen om de werkzaamheden zo goed mogelijk te doen en keuzes te maken, het stimuleert om er meer over te lezen en te weten te komen. Kortom genieten van en in de natuur.