In 2021 heb ik Natuurplaats Binnenbos geïnventariseerd op broedvogels. Natuurplaats Binnenbos ligt in de gemeente Utrechtse Heuvelrug tussen de Langbroekerdijk, de Zuwe, de Kromme Rijn en de Broekweg en is ongeveer 80 ha groot. Het bevat het grootste deel van het kasteelbos van Sterkenburg, een populierenbos, weilanden en hooilanden en stukken moerasbos. Het is eigendom van de ForestPeace Foundation en wordt op een natuurlijke manier beheerd. De graslanden rond het populierenbos en het bos zelf worden begraasd door Galloways. Het hooiland rond de moerasbosjes wordt in juni gemaaid. In een van de weilanden zal de komende jaren een voedselbos aangelegd worden. In het voorjaar van 2021 is begonnen met het inplanten van zaailingen voor een boomsingel.
Deze inventarisatie is bedoeld om de huidige vogelbevolking vast te leggen en de nieuwe vogelbevolking in het voedselbos en veranderingen in de rest van het gebied door gewijzigd beheer te monitoren.
Het gebied is toegankelijk via een wandelroute vanaf de Langbroekerwetering door het kasteelbos en het populierenbos. De route komt uit op de Zuwe.
Ik heb me vooral gericht op de bosgebieden omdat daar de meeste vogels broeden. Zodra het voedselbos wat groter is geworden ga ik dat ook inventariseren, maar nu staan er alleen nog maar wat sprietjes voor de boomsingel en broeden er nog geen vogels.
Ik heb het gebied verdeeld in drie subgebieden:
- kasteelbos,
- populierenbos + weilanden,
- hooilanden + moerasbosjes.
Ik heb het gebied 6 keer bezocht: op 17 april, 1, 15 en 30 mei, en 13 en 27 juni, ’s ochtends vanaf ongeveer zonsopkomst. De start was vanaf de Zuwe. Door het kasteelbos liep ik een rondje. Door het populierenbos liep ik langs het pad richting het zuidwesten en terug door de graslanden en door de noordrand van het populierenbos weer richting kasteelbos. Daarna door het hooiland evenwijdig aan het populierenbos naar het zuidwesten en terug langs de sloot tussen de twee langgerekte stukken moerasbos.
De eerste keer inventariseerde ik de gebieden 1, 2 en 3; de tweede keer 2, 3 en 1; de derde keer 3, 1 en 2; en daarna overnieuw.
Komende jaren zal ik eerder in het jaar beginnen, vanaf half tot eind maart, en er ook een keer ’s avonds langsfietsen om eventuele uilen waar te nemen.
Alle zingende vogels zijn op kaarten ingetekend. Als een vogel op een bepaalde plaats zong en zich daarna verplaatste is dat aangegeven via een stippellijntje. Het is dus duidelijk welke waarnemingen op dezelfde datum van verschillende vogels zijn.
Territoria zijn bepaald door voor elke soort een kaart te maken met waarnemingen van die soort. Een waarneming van een tjiftjaf op de eerste datum wordt een 1 op de kaart voor de tjiftjaf, op de tweede datum een 2 enzovoort.
Daarna zijn voor elke soortkaart de waarnemingen in groepjes verdeeld. Elk groepje bevat een aantal waarnemingen die op ongeveer dezelfde plaats zijn gedaan. Per groepje mag elke datum maar eenmaal voorkomen. Een uitzondering vormt de grote bonte specht waar zowel mannetjes als vrouwtjes roffelen.
Voor het vaststellen van territoria heb ik de richtlijnen van het SOVON gebruikt. Zie www.sovon.nl. Voor de meeste soorten volstaat bij 6 bezoeken een enkele waarneming voor het constateren van een broedgeval binnen de datumgrenzen van die soort.
Hierna worden de vastgestelde soorten broedvogels besproken.
De algemeenste soorten waren tjiftjaf (40), zwartkop (30), vink (23), koolmees (16), winterkoning (16), fitis (14), tuinfluiter (11) en zanglijster (11).
Vrij algemeen waren grasmus (10), pimpelmees (10), merel (9), boomkruiper (8), grote bonte specht (6), roodborst (6), heggenmus (4), en spreeuw (4).
Het aantal spreeuwen is een zeer onnauwkeurige schatting. Spreeuwen nestelen vlak bij elkaar in boomholtes en de hier gebruikte methode is niet geschikt om een schatting van het aantal broedparen te maken.
Drie broedparen zijn vastgesteld voor boomklever, boompieper, bosrietzanger, goudvink en kleine karekiet, en twee voor grauwe vliegenvanger, holenduif, kneu, koekoek, putter, rietgors, spotvogel en sprinkhaanzanger. Koekoeken hebben een groot territorium, maar op 15 mei riepen in het kasteelbos twee mannetjes tegelijk.
Verder is één broedpaar vastgesteld voor havik, buizerd, sperwer, waterral, appelvink en roodborsttapuit.
De havik is tweemaal kekkerend gehoord in het kasteelbos. De sperwer is eenmaal overvliegend gezien, en in het kasteelbos zijn plukresten gevonden van een grote bonte specht. Het formaat van deze prooi wijst op een sperwer.
Op 30 mei en 13 juni cirkelde een paartje buizerds luid roepend boven het bosje middenin gebied 3. Hier zit ongetwijfeld een nest.
De waterral zat op 30 mei te roepen in een moerassig stuk op de grens van gebied 2 en 3.
Dit zijn grotendeels algemene soorten van loofbossen, maar ook algemene soorten van laag struikgewas (fitis), van open gebieden met houtwallen en bosranden (boompieper, roodborsttapuit, grasmus, kneu, sprinkhaanzanger en spotvogel) en riet- en moerasvogels (waterral, kleine karekiet, bosrietzanger en rietgors).
In het gebied zijn diverse soorten eenden en ganzen gezien: wilde eend, grauwe gans, nijlgans, Canadese gans en een paar knobbelzwanen met jongen. Dit paar zal zeker ergens in de buurt gebroed hebben. Van de eenden en ganzen zijn geen nesten of jongen gezien.
Vijf soorten zijn eenmaal gezien maar te weinig of te vroeg in het jaar voor een broedgeval. Op 17 april zag ik 2 x 2 watersnippen, maar dit waren waarschijnlijk doortrekkers. Ook zong er op 1 mei een fluiter in het kasteelbos, maar dit is voor de datumgrens van deze soort. Dus ook een doortrekker. Op 1 mei zat een nachtegaal te zingen bij het populierenbos, maar voor een broedgeval zijn minstens 2 waarnemingen nodig. Ook het paapje op 1 mei aan de zuidrand van het hooiland was een doortrekker, want dit is voor de datumgrens van deze soort en hij zong niet. Ook de zingende braamsluiper in het moerasbos op 1 mei was voor de datumgrens van deze soort.
Leuk waren ook 5 hoog overvliegende raven op 25 juni. Maar deze hadden geen binding met het gebied. Raven broeden op de Utrechtse Heuvelrug en worden soms in het Langbroekergebied overvliegend gezien.
De vogelpopulatie van natuurplaats Binnenbos is vergelijkbaar met die van andere landgoederen in het Langbroekergebied.
In totaal zijn dus 35 soorten broedvogels waargenomen en 9 soorten waar broeden niet zeker is. Het landgoed is rijk aan soorten en aantallen per soort. Echt zeldzame soorten zijn er niet bij.
Het zal interessant zijn om te zien welke soorten gaan broeden in het voedselbos en of de soortensamenstelling zal gaan veranderen.
Soortnaam | Kasteelbos | Populieren | Hooiland | Totaal |
Appelvink | 1 | 0 | 0 | 1 |
Boomklever | 3 | 0 | 0 | 3 |
Boomkruiper | 6 | 2 | 0 | 8 |
Boompieper | 1 | 1 | 3 | 5 |
Bosrietzanger | 0 | 2 | 1 | 3 |
Buizerd | 0 | 0 | 1 | 1 |
Fitis | 7 | 0 | 7 | 14 |
Goudvink | 0 | 2 | 1 | 3 |
Grote Bonte Specht | 4 | 2 | 0 | 6 |
Grauwe Vliegenvanger | 2 | 0 | 0 | 2 |
Grasmus | 0 | 2 | 8 | 10 |
Havik | 1 | 0 | 0 | 1 |
Heggenmus | 0 | 2 | 2 | 4 |
Holenduif | 2 | 0 | 0 | 2 |
Kleine Karekiet | 2 | 0 | 1 | 3 |
Kneu | 0 | 0 | 2 | 2 |
Knobbelzwaan | 1 | 0 | 0 | 1 |
Koekoek | 2 | 0 | 0 | 2 |
Koolmees | 10 | 3 | 3 | 16 |
Merel | 4 | 3 | 2 | 9 |
Pimpelmees | 5 | 3 | 2 | 10 |
Putter | 1 | 0 | 1 | 2 |
Rietgors | 0 | 0 | 2 | 2 |
Roodborst | 4 | 2 | 0 | 6 |
Roodborsttapuit | 0 | 0 | 1 | 1 |
Sperwer | 1 | 0 | 0 | 1 |
Spotvogel | 0 | 1 | 1 | 2 |
Spreeuw | 4 | 0 | 0 | 4 |
Sprinkhaanzanger | 0 | 0 | 2 | 2 |
Tjiftjaf | 13 | 14 | 13 | 40 |
Tuinfluiter | 4 | 1 | 6 | 11 |
Vink | 15 | 6 | 2 | 23 |
Winterkoning | 7 | 7 | 2 | 16 |
Zanglijster | 4 | 5 | 2 | 11 |
Zwartkop | 9 | 15 | 6 | 30 |